Vorige week op een feestje hoorde ik het weer: ‘Hij komt wel op zijn pootjes terecht.’
Natuurlijk praat ik graag over katten, en deel ik graag mijn kennis. Dan hoor je nog eens wat. En je probeert mensen te helpen met alledaagse kwesties die voorkomen bij hun katten. Zo ook tijdens het feestje.
De gastheer had net een nieuw kitten in huis. Het gesprek ging over het balkon van de gastheer, en of het verstandig was om dat af te zetten voordat de nieuwe kat het balkon mocht verkennen.
Een van de gasten stelde dat het prima kon zonder het balkon af te schermen, en informeerde ons met een grote lach dat hij had vastgesteld dat katten een landingsgestel zouden bezitten met een kracht als een jumbojet. Daarna volgde die andere dooddoener: “Het is maar een kat”.
Waar komt dat toch vandaan, die ideeën dat katten allerlei ongerief zonder enige vorm van pijn kunnen incasseren? Dat ze blijkbaar van een soort onaantastbaar supermateriaal zijn gemaakt? Als ik dan eens doorvraag hoe mensen denken dat dat werkt, dan krijg ik vaak een wat warrig antwoord. Want eigenlijk klopt het helemaal niet. Denk eens aan jezelf: ondanks onze mogelijkheid om bij vallen goed terecht te komen. Doen we dat altijd? En vinden we dat leuk? Zijn wij dan ‘maar een mens’?
Dat belangrijk om even bij stil te staan. Hoe kunnen we onze eigen ervaringen gebruiken om iets te begrijpen van katten?
Katten zijn gemaakt van dezelfde bouwstenen als wij. Heel basaal: een structuur van botten, een heleboel spieren om die allemaal bij elkaar te houden, en daarbinnen heeft nog aantal organen een plek gekregen. De hele boel wordt aangestuurd door zenuwen, en emoties. Als alles zo vergelijkbaar in elkaar zit, is het goed te begrijpen dat katten pijn voelen. Net als wij. En ze bezitten een gave voor emoties. Net als wij.
Als je thuiskomt van een lange dag werk, en je huisvriend zit al klaar achter de deur, klaar om je te begeleiden naar zijn favoriete plek in huis om even heerlijk geaaid te worden. Dat is emotie. Vreugde. Een intense blijdschap. Ik zie zelfs regelmatig katten die zoveel emotie vertonen dat de eigenaar zegt: ‘het mag soms wel wat minder!’.
Dieren die zulke intense gevoelens hebben kunnen ook ongemak voelen. En zoveel ongemak dat het pijn doet.
Even terug naar dat feestje en die dooddoeners: als een kat valt is er ongemak. Als een kat hard valt doet het pijn. Ook als hij op zijn pootjes valt. Spring zelf maar eens van de 2e verdieping vanaf een balkon. Dat voel je wel!
Echter, katten laten geen pijn zien. Ze hebben een sterk overlevingsinstinct. Ze zijn prooidieren voor grotere jagers. En dat betekent dat hun instinct is om altijd een vellig plekje te zoeken. Het betekent ook dat ze vanuit dat instinct geen pijn laten zien.
Dus zelfs als katten van dat balkon vallen, en op hun pootjes landen, dan rennen ze weg. Ze zoeken hun eigen rust en veiligheid. En als zoiets gebeurt horen we dus weer die andere dooddoener ‘Ach, het is maar een kat. Hij is al weggerend. Dat komt wel goed’.
Ik denk dat het overlevingsinstinct werkt tegen de kat. Het is gewoon heel lastig om te zien of een kat pijn heeft. Zelfs voor ervaren dierenartsen en kattengedragstherapeuten. Katten zijn ware illusionisten in de wijze waarop ze pijn kunnen verbergen.
Met iets wat zo moeilijk te zien is, is het zo makkelijk om te denken dat het er ook niet is. Let daarom ook op je kat. Verandert hij zijn gedrag? Wordt hij soms chagrijnig? Krabt hij weleens terwijl hij dat vroeger niet deed? Verstopt hij zich? Is hij gestopt met likken? Gromt hij als je he aanraakt?
Zomaar wat observaties die kunnen helpen. Gelukkig kom ik in mijn prakrijk vaak in contact met mensen die een van bovenstaande hebben geobserveerd. Zou denk ik trots terug aan een 14-jarige gezinskat die we een heel nieuwe start in zijn leven hebben kunnen geven!
De dierenartsen heeft geholpen helpen met pijnstillers, en ik met omgevingsaanpassingen. Samen met het gezin hebben we de kat nieuw gedrag aangeleerd toen de pijn over is.
Volgende keer als je denkt of hoort ‘het is maar een kat’, of ‘hij komt wel op zijn pootjes terecht’, denk dan even aan dit blog. Praat even met die mensen. Stel eens voor dat ze, geheel vrijblijvend, een dierenarts of kattengedragstherapeut bellen. Samen kunnen we op die manier zoveel kattenlevens, en gezinslevens, zoveel beter maken.
En dat balkon? Dat is de ochtend na het feestje afgezet met wat gaas.